Het kompas gebruiken
Als het kompas is geactiveerd en goed gekalibreerd, draait de kaart zodat het de
richting laat zien waarin u gaat. Het kompas wijst naar het noorden.
Selecteer >
Kaarten
.
Het kompas activeren
Selecteer .
Het kompas deactiveren
Selecteer opnieuw. De kaart is naar het noorden gericht.
Het kompas is actief als het groen is. Als het kompas moet worden gekalibreerd, is
het rood.
Het kompas kalibreren
Draai de telefoon rond totdat deze piept of trilt.
96
Kaarten
De nauwkeurigheid van het kompas is beperkt. Elektromagnetische velden, metalen
objecten of andere externe omstandigheden kunnen de nauwkeurigheid van het
kompas nadelig beïnvloeden. Het kompas moet altijd goed worden geijkt.